Tijdens het uitwerken van opdracht 1 bleek dat men steeds meer in de richting van een interpretatie gedrukt werd. In deze opdracht willen we dan ook tot een mogelijke interpretatie komen. In de laatste opdracht (nummer 3 dus) zullen we enkele gangbare interpretaties met elkaar bediscussiëren. Tussen deze opdrachten door zal ik nog wat theorie spuien voor de fijnproevers.
a) Beschrijf de verschillende wijzen waarop de vader en het kind de ‘natuur’ waarnemen.
b) Probeer te beschrijven op welke manier Goethe erin slaagt om de angst van de jongen gaandeweg te laten toenemen. Welke talige middelen worden daartoe ingezet? Betrek hierin ook de ‘verleidingsrede’ van de Elvenkoning.
c) Welke redenen zou de vader kunnen hebben voor deze nachtelijke rit? Wat zijn voor de hand liggende redenen voor de waarnemingen, voor de gevoelens van het kind? Waaraan sterft het kind volgens jullie? Wat is er gebeurd voor de nachtelijke rit? Wat gebeurt er volgens jullie na de slotstrofe?
d) Zouden de optredende figuren beelden kunnen zijn voor iets anders? Welke diepere betekenis zou Goethe kunnen hebben met hetgeen hij presenteert? Anders gezegd, wat lees jij achter het verhaal van de vader en het zieke kind?
Bonusopdrachtje (voor de mensen met erg veel tijd *knipoog*):
Probeer (bijv. via wiki, google, een handboek e.d.) informatie te vinden over de Duitse literatuurperiode ‘Sturm und Drang’. Welke kenmerken / elementen uit deze stroom zie je terug in de ballade van Goethe?
Thursday, March 29, 2007
Tuesday, March 13, 2007
Erlkönig - Opdracht 1
Nu de introductie-opdracht, wat mij betreft boven verwachting goed, gemaakt is, komen we toe aan de tekst van het eigenlijke gedicht. De wereldberoemde ballade van Goethe. Een kunstballade om precies te zijn. Het onderscheid tussen de volks- en kunstballade komt later nog ter sprake. Ik raad jullie aan, ook als Duits je minder ligt, vooral eerst de Duitse tekst goed te lezen en daarna pas je toevlucht te nemen tot de literaire vertaling van Rozemond. Deze vertaling is zeker niet slecht, heeft ook zijn esthetische kwaliteiten, maar is zoals altijd bij vertalingen een afspiegeling van het origineel. Gelijk in de titel al is de vertaling interpreterend, waardoor andere interpretaties al uitgesloten worden en dat is jammer. Het doet de rijkdom van het origineel te kort. Ook over het vertaalprobleem komen we later zeker nog te spreken.
Informatie over het ontstaan van deze ballade, over Goethe, de bron waarop hij zijn ballade baseerde enz. volgen vanzelfsprekend nog.
Zoals jullie zien houdt de introductie-opdracht een nauw verband met de eerste strofe van de ballade. Jullie hebben met behulp van de schilderijen de gestelde vraag in de openingsstrofe al beantwoord en geanticipeerd op de mogelijke inhoud. Dan volgt nu opdracht 1.
Opdracht 1 (bij gedicht Erlkönig in vorige post)
1
a) Markeer exact de ‘sprekers’ in dit gedicht. Wie spreekt er wanneer? Valt er een logische structuur te ontdekken, wat valt hierover te zeggen? Staat het aantal sprekers gelijk aan het aantal voorkomende figuren?
b) Welke functie heeft de vraag die aan het begin van de ballade gesteld wordt? Welke functie heeft de eerste strofe in het geheel?
c) Hoe waardeer je de functie van de laatste strofe in relatie tot de hele ballade en tot de eerste strofe in het bijzonder?
Informatie over het ontstaan van deze ballade, over Goethe, de bron waarop hij zijn ballade baseerde enz. volgen vanzelfsprekend nog.
Zoals jullie zien houdt de introductie-opdracht een nauw verband met de eerste strofe van de ballade. Jullie hebben met behulp van de schilderijen de gestelde vraag in de openingsstrofe al beantwoord en geanticipeerd op de mogelijke inhoud. Dan volgt nu opdracht 1.
Opdracht 1 (bij gedicht Erlkönig in vorige post)
1
a) Markeer exact de ‘sprekers’ in dit gedicht. Wie spreekt er wanneer? Valt er een logische structuur te ontdekken, wat valt hierover te zeggen? Staat het aantal sprekers gelijk aan het aantal voorkomende figuren?
b) Welke functie heeft de vraag die aan het begin van de ballade gesteld wordt? Welke functie heeft de eerste strofe in het geheel?
c) Hoe waardeer je de functie van de laatste strofe in relatie tot de hele ballade en tot de eerste strofe in het bijzonder?
Erlkönig // Elfenkoning
Erlkönig
Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832)
1 Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.
5 Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht? -
Siehst Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif? -
Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif. -
9 »Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel ich mit dir;
Manch bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand.«
13 Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht? -
Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind. -
17 »Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn
Und wiegen und tanzen und singen dich ein.«
21 Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort? -
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. -
25 »Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.«
Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan! -
29 Dem Vater grauset's, er reitet geschwind,
Er hält in den Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Mühe und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.
(1781)
Elfenkoning
Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832)
1 Wie rijdt er zo laat door nacht en wind?
Het is de vader met zijn kind.
Hij heeft de jongen in zijn arm
goed stevig vast en houdt hem warm.
5 Mijn zoon, waarom verstop je toch je gelaat? –
Zie je niet, vader, wie daar gaat?
De Elfenkoning met sleep en kroon.-
Het zijn flarden mist, mijn zoon.-
9 ‘Hé, lief kind, kom toch mee met mij,
de mooiste spellen spelen wij!
Ik weet veel bloemen in het woud,
mijn moeder gaat gehuld in goud.’-
13 Maar vader, maar vader, hoor jij niet zijn stem
fluisteren wat ik krijg van hem? –
Wees rustig, blijf maar rustig, mijn kind,
in dorre bladeren ritselt de wind. –
17 ‘Kom, beste jongen, en heb maar geen angst,
mijn dochters bereiden een heerlijk ontvangst.
Mijn dochters leiden je rond vannacht,
en dansen en zingen en wiegen je zacht.’-
21 Zie je niet, vader, wat gaande is,
Elfenkonings dochters in de duisternis? –
Mijn zoon, mijn zoon, ik zie het allemaal,
daarginds de wilgen, oud en vaal. –
25 ‘Jouw schoonheid is het waarnaar ik verlang,
en werk je tegen, dan moet het met dwang!’ –
Vader toch, vader, nu raakt hij me aan,
Elfenkoning heeft me iets aangedaan! –
29 De vader huivert en rijdt gezwind
en houdt in zijn armen het steunende kind,
bereikt het erf ternauwernood.
Het kind in zijn armen was al dood.
Vertaling: Matthias Rozemond
Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832)
1 Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.
5 Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht? -
Siehst Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif? -
Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif. -
9 »Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel ich mit dir;
Manch bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand.«
13 Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht? -
Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind. -
17 »Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn
Und wiegen und tanzen und singen dich ein.«
21 Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort? -
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. -
25 »Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.«
Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan! -
29 Dem Vater grauset's, er reitet geschwind,
Er hält in den Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Mühe und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.
(1781)
Elfenkoning
Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832)
1 Wie rijdt er zo laat door nacht en wind?
Het is de vader met zijn kind.
Hij heeft de jongen in zijn arm
goed stevig vast en houdt hem warm.
5 Mijn zoon, waarom verstop je toch je gelaat? –
Zie je niet, vader, wie daar gaat?
De Elfenkoning met sleep en kroon.-
Het zijn flarden mist, mijn zoon.-
9 ‘Hé, lief kind, kom toch mee met mij,
de mooiste spellen spelen wij!
Ik weet veel bloemen in het woud,
mijn moeder gaat gehuld in goud.’-
13 Maar vader, maar vader, hoor jij niet zijn stem
fluisteren wat ik krijg van hem? –
Wees rustig, blijf maar rustig, mijn kind,
in dorre bladeren ritselt de wind. –
17 ‘Kom, beste jongen, en heb maar geen angst,
mijn dochters bereiden een heerlijk ontvangst.
Mijn dochters leiden je rond vannacht,
en dansen en zingen en wiegen je zacht.’-
21 Zie je niet, vader, wat gaande is,
Elfenkonings dochters in de duisternis? –
Mijn zoon, mijn zoon, ik zie het allemaal,
daarginds de wilgen, oud en vaal. –
25 ‘Jouw schoonheid is het waarnaar ik verlang,
en werk je tegen, dan moet het met dwang!’ –
Vader toch, vader, nu raakt hij me aan,
Elfenkoning heeft me iets aangedaan! –
29 De vader huivert en rijdt gezwind
en houdt in zijn armen het steunende kind,
bereikt het erf ternauwernood.
Het kind in zijn armen was al dood.
Vertaling: Matthias Rozemond
Subscribe to:
Posts (Atom)